Terug: Alt-Pijl links
BOEKBESPREKING
Heleen van Royen: De gelukkige huisvrouw.
Uitgeverij Vassallucci, Amsterdam 2000.
Boekbespreking door Peter J.A. Prinsen
Heeft classificatie van P.A.S. (Parental Alienation Syndrome, Ouderverstotingssyndroom) zin? Hoe serieus is het syndroom en hoe belangrijk zijn maatregelen om het syndroom te bestrijden?
Wie op deze vragen een overtuigend antwoord zoekt leze het geruchtmakende boek waar Heleen van Royen in 2000 mee debuteerde. In De gelukkige huisvrouw tracht de schrijfster "in het reine te komen met haar verleden", zo lezen we op de achterkant van de pocket-editie. Maar er is meer over te zeggen.
Toen de schrijfster 13 jaar oud was gingen haar ouders scheiden - vader moest het huis uit - twee weken later werd hij uit het water gevist. "Mijn vader was een nare, dominante man. Hij heeft ons gezin jarenlang geterroriseerd. Zijn dood was eigenlijk een bevrijding" geloofde ze zelf als haar wat gevraagd werd.
Twintig jaar later raakt ze na een zware bevalling in een levensbedreigende psychose, waarvan zij op overtuigende wijze de lezer deelgenoot maakt. Na een dwangopname weet haar psychiater haar te bewegen terug te gaan naar authentieke, ontroerende herinneringen aan haar vader. Herinneringen aan belevenissen die als gevolg van de hysterische terreur van haar haatzaaiende moeder altijd verboden terrein waren geweest voor haar gevoel. In het gezin was haar vader (even goed een opvliegend karakter) steeds verder geïsoleerd geraakt, zozeer dat de kinderen, toen zij twee weken na zijn vertrek hoorden dat hij dood was gevonden, grapten over teksten voor een overlijdensadvertentie. Twintig jaar later, na haar crisis, kon zij alsnog de verboden loyaliteit herbeleven en rouwen en alsnog met zichzelf - en met haar kind - in het reine komen.
Voor wie met de materie bekend is leest het boek als een gevalstudie Ouderverstotingssyndroom.
In het geval van de schrijfster was het vertrek van de vader, door diens dood direct na de scheiding, definitief. Daar had geen rechter met een omgangsregeling iets aan kunnen doen. Het zaaien van haat had zijn werk gedaan en daar was in dit geval geen remedie tegen geweest. Voor de schrijfster heeft dit twintig jaar een voos bestaan opgeleverd dat haar, toen zij zelf zware beproevingen onderging, in een ernstige crisis deed belanden.
In echtscheidingen waarin de vraag om een omgangsregeling wèl aan de orde is, komt het er volgens de wet op aan uit te maken of omgang ernstig nadeel zou opleveren voor de geestelijke of lichamelijke ontwikkeling van het kind. Na lezing van het boek van Heleen van Royen valt op dat de omgekeerde vraag ontbreekt in de wet, namelijk de vraag of onthouding van de omgang wellicht een ernstige bedreiging vormt voor de geestelijke of lichamelijke ontwikkeling van het kind. Dat is een omissie in de wet. Maar omissie of niet, de rechter blijft verantwoordelijk. Omgang, benadrukken vaders niet voor niets, is evenzeer een recht van hun kind. Hun kind is onmondig, daarom komen vaders op voor dat recht.
Terug: Alt-Pijl links