Genderlading en feministisch idioom
Genderlading
van een uiting:
1.
Associatie:
Zijn in de uiting gebruikte termen verbonden met ideeën of verwachtingen ten
aanzien van mannelijke of vrouwelijke rollen?
2. Verhulling:
Verhullen genderneutrale termen misschien een sekse-specifieke werkelijkheid?
Ad
1.
De term ‘huiselijk geweld’
roept de associatie met een
seksespecifiek rolpatroon op: “man slaat vrouw”. De werkelijkheid is allerminst
sekse-specifiek: mannen en vrouwen plegen in gelijke
mate niet te rechtvaardigen huiselijk geweld.
Ad
2.
De
term ‘kindermishandeling’ is genderneutraal, maar
heeft een (dubbele) genderlading:
a.
De term roept de associatie met gewelddadige vaders op.
b.
De term verhult
een (tegenovergestelde) seksespecifieke werkelijkheid: kindermishandeling komt
voor het overgrote deel voor rekening van moeders. Dat is ook helemaal niet
verwonderlijk, omdat verreweg de meeste kinderen worden verzorgd door hun (vaak
alleenstaande) moeders.
Associatieve genderlading is een impliciet gevolg van bias
(vooringenomenheid) bij zowel de opstellers van de uiting (Postbus 51, Sire, publieksmedia,
wetenschappelijk onderzoekers huiselijk geweld en kindermishandeling) als bij
het publiek dat er kennis van neemt. Daarnaast wordt de genderlading vaak ook
nog eens geëxpliciteerd door beeldmateriaal dat de uiting begeleid. Billboards
en TV-spotjes met mannen als dader en vrouwen als weerloze slachtoffers zijn
bekende voorbeelden.
Het blootleggen van (valse) genderlading is vooral in statistisch materiaal en wetenschappelijk
onderzoek buitengewoon lastig omdat de genderbias
reeds bij het opstellen van de onderzoeksvragen de opsteller parten speelt,
waardoor alleen maar resultaten gevonden worden die de bias lijken te
bevestigen.