Valse aangiften met goede bedoelingen
Expertisegroep vergoelijkt valse
incestaangiften
Mr Ir P.J.A. Prinsen,
oud-advocaat
Leiden,
26 mei 2009
Vals beschuldigd
De ZEMBLA-uitzending “Verdachte Vaders” van zondag 24 mei 2009 was gewijd aan
het verschijnsel dat moeders hun ex-man valselijk van incest beschuldigen om
zodoende onder de zorg- of omgangsregeling uit te komen. In plaats van in vrede
met zijn kind te kunnen omgaan, belandt vader dan vele maanden, zoniet jaren,
onschuldig in de cel. Hoe dat ook afloopt, veroordeeld of niet, ook na sepot of
vrijspraak is het leven van die vader verwoest. Voor zulke vaders is de
maatschappij niet meer een rechtstaat waarin zorgvuldig en beschaafd met
burgers wordt omgesprongen. Nooit meer.
LEBZ-zaken
Een klein gedeelte van die vervolgingen wordt sinds 1999 door de
Officier van Justitie voorgelegd aan de Landelijke Expertisegroep Bijzondere
Zedenzaken (LEBZ) alvorens de zaak voor de rechter te brengen. In 95%
van dat (kleine) deel adviseert de LEBZ om van verdere vervolging af te zien (LEBZ-rapport, nov. 2008, pag.95). Het
opsporings- of gerechtelijk vooronderzoek is dan al in volle gang en de vader
zit al maanden onschuldig in de politiecel. De verklaringen van veel moeders zijn volgens de rechercheurs “dusdanig
gedetailleerd en gruwelijk, dat niemand bij de zedenpolitie twijfelt aan de
verklaringen” [sic!]. Ook kinderen worden daarbij door hun moeder
gedwongen om verzonnen verhalen op te dissen.
Een verplichting voor de Officier van Justitie
om de LEBZ te consulteren bestaat er voor dit soort zaken niet. Consultatie is
facultatief.
Niet-LEBZ-zaken
Van de meldingen die niet aan het LEBZ worden voorgelegd wordt gesteld dat daarvan tussen de 30 en 50% een valse melding betreft. Maar in die zaken is één bewijsmiddel (de valse aangifte) met “aanvullend bewijs” (een toevallige blauwe plek) voldoende voor een jarenlange veroordeling. “Die blauwe plek alleen zegt dat er iets gebeurd is. Niet dat hij het heeft gedaan” maar “zo’n systeem is echt nodig bij seksuele delicten” [sic!] volgens hoogleraar strafrecht Tineke Cleiren, raadsheer in het Hof Amsterdam (NRC 28 juni 2008). En is er echt geen ander bewijsmiddel dan wordt de ontkennende vader onderworpen aan een verboden verhoormethode die nog het meest doet denken aan het soort dat in de politieke showprocessen van de jaren 50 ‘hersenspoeling’ werd genoemd, net zo lang totdat een valse bekentenis wordt afgelegd. Voor wie met zorg naar deze ontwikkeling kijkt betekent veroordeling voor seksueel misbruik dan ook slechts een juridische formaliteit (met nare gevolgen voor de veroordeelde, dat wèl) die op het cognitieve vlak geen steun kan geven aan het uitgangspunt dat de “dader” het gedaan heeft.
Vergoelijking: Anti-vaderklimaat
Van het aantal vaders dat onschuldig wordt vervolgd en zelfs veroordeeld
bestaat dan ook geen betrouwbaar cijfer. Maar, vergoelijkt mr.drs. Paul van den
Eshof, coördinator van de LEBZ: "Iedereen
heeft goede bedoelingen: de aangeefster, de getuige, de rechercheurs. Alleen
het resultaat is niet goed".
Ik wreef mij de ogen uit bij het lezen van deze gotspe. Deze
vergoelijking van misdaad, zo laconiek, kan alleen geuit worden in een anti-vaderklimaat dat de
samenleving tot in het merg heeft vergiftigd. Alsof het gepast zou zijn als we
zouden wijzen op de goede bedoelingen van de blanke buspassagier en de blanke
politie van Montgomery, Alabama die Rosa Parks arresteerde wegens verstoring van de openbare
orde. “Wat zeuren we nou, ze is toch vrijgelaten?”
Vaderperspectief
Een klimaat waarin alleen maar het perspectief van moeders telt, waar
moeders boven de wet staan en geen enkele verantwoordelijkheid hoeven te nemen
voor hun wandaden, ook al ruïneren zij daardoor, met hun kinderen als
instrument, het leven van hun ex-man. Vergoelijkt door de LEBZ-coördinator! Om
nog maar te zwijgen van deze vorm van kindermisbruik.
Waar is oog voor het perspectief van de werkelijke slachtoffers: de van
incest beschuldigde vaders, de geïndoctrineerde kinderen? Waar is het gevoel
van urgentie om de heksenjacht te stoppen?
Welke rechercheur, welke verantwoordelijk Officier van Justitie is uit
het ambt gezet of vervolgd wegens verduistering van
(ontlastende) bewijsstukken, wegens misbruik van gezag, wegens uitlokking van een lasterlijke aangifte?
Welke moeders zijn uit het ouderlijk gezag gezet wegens inprenting van
valse incestherinneringen bij hun kinderen, of strafrechtelijk vervolgd wegens lasterlijke aangifte?
Kunnen we ons daarvan afmaken met een “Jammer, maar ze bedoelde het toch goed”?
Walter van Kleef, voorzitter van de experts bij de Raad van Hoofdcommissarissen,
ziet als oorzaak de verouderde politieopleidingen, daterend uit de jaren 80 en
sterk beïnvloed door het feminisme dat toen zijn hoogtepunt beleefde. Van Kleef wil een landelijk onderzoek naar
valse aangiften. De Officier van Justitie Donker wil meer zedenrechercheurs,
want de kwaliteit lijdt onder het capaciteitstekort…
Begin van de
heksenjacht
1975 werd door de VN uitgeroepen als het Internationale Jaar van de
Vrouw. Daarmee kwam een wereldwijde vloed aan subsidies los. Achteraf bezien
maakte dat 1975 tot een rampjaar voor het familierecht wereldwijd. Het zich
ongenuanceerd categorisch afzetten tegen mannen en externe attributie werd
nogal eens aangezien voor en beloond als vrouwenemancipatie. Het profileerde de
vrouw als hulpeloos wezen, als slachtoffer dat recht had op bescherming van
buiten af. Dat heeft in de hele westerse wereld geleid tot een
anti-vader-klimaat in het familierecht. De feministische lobby heeft ook nimmer
toepassing van het strafrecht geschuwd.
In juni 1982 vond op initiatief van Hedi d’Ancona te Kijkduin de
conferentie ‘Seksueel geweld tegen vrouwen en meisjes’ plaats. Het feminisme
werd, met de OM-Richtlijn De Beaufort (1986), op zijn wenken bediend. Er ontstond
een ware incestjacht, gevoed door
haatzaaiende Sire-spotjes, overheidscampagnes en tendentieuze wetenschappelijke
onderzoeken waarin vaders worden neergezet als plegers van huiselijk geweld en
als potentiële incestplegers. Die campagnes gaan nog altijd door, alleen valt
het ons niet meer op, zó gewoon zijn wij het gaan vinden.
Eind jaren 90 moest worden erkend dat de waarheidsvinding het loodje had
gelegd. In 1999 werd de Richtlijn
De Beaufort vervangen door twee complementaire richtlijnen en werd het LEBZ in
het leven geroepen “omdat de
waarheidsvinding in dit soort zaken ondergeschikt was geraakt aan de aandacht
voor de aangeefsters. Kritisch doorvragen was niet
aan de orde, twijfelen aan de geloofwaardigheid van een aangifte was not done
en in het politieonderwijs werd geen aandacht besteed aan het onderwerp ‘valse
aangiftes’. Ook in de wetenschappelijke wereld was sprake van belangstelling
voor slachtoffers”. (LEBZ-rapport, nov. 2008, pag.8).
Tien jaar later…
Het feminisme is op zijn retour – het anti-vaderklimaat is de wrange
vrucht.
Ook nu nog, tien jaar na instelling van niets minder dan de LEBZ,
constateert Van den Eshof dat zedenrechercheurs “te weinig aan waarheidsvinding
doen” en zich “teveel opstellen als hulpverlener”… en vergoelijkt hij de valse
aangiftes en vervolgingen, behept als hij zelf is met een
hulpverlenersattitude. Ook Van den Eshof ziet zich, als hij op straat loopt,
omgeven door billboards waarop in feministisch
idioom vader wordt afgeschilderd als geweld- of incestpleger. Hij hoeft de
TV maar aan te zetten of hij ziet een Postbus 51-spotje met dezelfde boodschap
of een politicus die de booswichten mores wil leren met het huisverbod. Want ook de
Tweede Kamer wordt misleid met zogenaamd wetenschappelijk onderzoek waaruit zou
blijken dat vaders vrouw en kind mishandelen, kinderen misbruiken of naar het
buitenland ontvoeren.
Het juiste tegengif?
Het is nogal naïef te denken dat meer onderzoek en meer zedenrechercheurs
het juiste tegengif zijn voor een jarenlange vergiftiging van de publieke
opinie. Onderzocht is er al te veel, wat nodig is, is een andere bril. “Meer
rechercheurs” betekent “meer vervolgingen”. Veelzeggend is, dat in de door
ZEMBLA getoonde zaak zowel de moeder als de verhorende rechercheurs ook ná het
LEBZ-advies nog heilig overtuigd zijn van hun gelijk!
Het wordt dan ook tijd dat niet alleen de valse aangeefsters, maar
ook de professionals die het uitlokken
door aan die valse aangeefster een gewillig oor te lenen, en die tegen
ontkennende vaders ongeoorloofde
verhoormethoden toepassen of ontlastend bewijs
achterhouden, dat die professionals zo nodig op ontslag en vervolging
kunnen rekenen.
En verder: het wordt tijd dat de overheid zich in haar
publieksvoorlichting, in haar ijver om de zwakke burgers, vrouwen en kinderen,
te beschermen, niet langer laat meeslepen in iets wat neerkomt op het kweken
van een anti-vaderklimaat. De valse aangiften moeten niet nog worden onderzocht, ze moeten worden vervolgd. Wat onderzocht moet worden is
de PR-machine die die valse aangiften in de hand werkt.
Uw reactie (per e-mail) wordt op
prijs gesteld.
Lees de
reacties